PGM-uitgangen programmeren op een DSC-alarm

click fraud protection
...

Een PGM-uitgang kan een sirene activeren

PGM-uitgangen op het DSC-alarmsysteem worden geactiveerd wanneer er een gebeurtenis is opgetreden. U kunt programmeren welke gebeurtenis u een output wilt laten activeren. De output bestaat meestal uit een elektrische stroom. Enkele van de vele gebeurtenissen die een uitgang veroorzaken, zijn het inbraakalarm dat afgaat, het systeem wordt ingeschakeld of er wordt geknoeid. Een van de PGM-uitgangen zou zijn om een ​​lamp of sirene aan te sluiten, dus als het alarm afgaat, stuurt het een activerende elektrische stroom naar de lamp of sirene.

Stap 1

Ga naar de programmeermodus van het installatieprogramma door "* 8" in te voeren en vervolgens uw installatiecode.

Stap 2

Typ "009" op het toetsenbord om de programmeermodus voor de PGM-uitgangsoptie te openen.

Stap 3

Voer de tweecijferige code in van de gebeurtenis die u eerst de PGM1-uitvoer wilt activeren en voer vervolgens de tweecijferige code in van de gebeurtenis die u als tweede de PGM2-uitvoer wilt activeren. Als u niet wilt dat een gebeurtenis de PGM activeert, typt u "00" op uw toetsenbord. Als u bijvoorbeeld "00 05" invoert, wordt PGM1 uitgeschakeld en wordt PGM2 uitgevoerd wanneer het alarm is ingeschakeld.

Stap 4

Druk op de toets "#" en typ "501" op uw toetsenbord om de kenmerken van PGM1 te wijzigen. Als u "502" typt in plaats van "501", kunt u de kenmerken van PGM2 wijzigen. U kunt de kenmerken van een PGM-uitvoer alleen wijzigen als daarvoor een uitvoeroptie is geselecteerd.

Stap 5

Druk op het nummer van het attribuut dat u wilt wijzigen volgens de uitvoeroptie die u hebt gekozen. Als u op het nummer drukt, wordt het kenmerk gewijzigd in aan of uit, afhankelijk van wat het is. U kunt dit herhalen totdat u klaar bent met het wijzigen van de kenmerken.

Stap 6

Druk tweemaal op de "#" om de programmeermodus te verlaten en het toetsenbord weer normaal te laten werken.