Het Honey Locust Tree Root System

De honingsprinkhaan heeft veervormig samengestelde bladeren en suikerproducerende peulen.
De honingsprinkhaan (Gleditsia triacanthos), ook wel de gewone sprinkhaan genoemd, is een middelgrote, snelgroeiende bladverliezende boom met helder tot diepgroen blad van 6 tot 8 centimeter lang en 1 tot 4 1/2 centimeter breed. Die bladeren worden geel in de herfst. De honingsprinkhaan heeft een open, zich uitbreidende kap en een wortelstelsel dat aan te passen is aan verschillende omgevingen.
Gemeenschappelijke kenmerken van boomwortels
Alle bomen hebben bepaalde wortelkenmerken. Boomwortelsystemen, in hun meest basale vorm, bestaan uit een paar grote, permanente wortels - die zorgen voor verankering en transport van water en voedingsstoffen - en kleinere, tijdelijke feederwortels en wortelharen. Deze feederwortels bieden de belangrijkste manier om water en voedingsstoffen op te nemen, die zich meestal in de buurt van het bodemoppervlak bevinden. Deze kleinere wortels dienen dit doel gedurende één of twee jaar, waarna ze afsterven of geïntegreerd worden in de grotere wortels.
Honey Locust Root-classificatie
Sommige wetenschappers classificeren het wortelstelsel van de honingsprinkhaan als een hartwortelsysteem, terwijl anderen het classificeren als een wortelwortelsysteem. Dit is begrijpelijk, omdat de wortels van deze boom kenmerken van beide hebben. Honingsprinkhanen hebben sterke, diepe penwortels die tot 20 voet naar beneden reiken, in tegenstelling tot de meeste bomen, die zich slechts 3 tot 7 voet onder de oppervlakte Echter, in tegenstelling tot het klassieke kraanwortelsysteem, hebben sprinkhanen ook rijk vertakte wortels, zoals kenmerkend is voor de hartwortel systemen.
Honey Locust Roots Versus Flat Root Systems
Hoewel wortels van honingsprinkhanen zich ergens tussen de klassieke kraanwortel- en hartwortelsystemen bevinden, hebben ze geen platte wortelsystemen. Platwortelsystemen bevinden zich bijna geheel nabij het oppervlak. Dit kan problemen opleveren voor de stabiliteit van de boom bij windstormen en bij bodemverstorende gebeurtenissen. Ondiepe wortels veroorzaken ook onderhoudsproblemen in de tuin, omdat ze niet kunnen worden gemaaid of geplant. Veel voorkomende bomen met platte wortels zijn de zilver- en suikesdoorns, berk, cottonwood, spar, spar en hackberry.
Factoren die de wortelgroei beïnvloeden
Boomwortels hebben de juiste omgeving nodig om te gedijen. Wortelhoningwortels zijn aanpasbaar aan een breed scala aan bodems, waaronder alkalische en zoute bodems. Ze doen het echter het beste in rijke, vochtige bodems. Andere factoren die de wortelontwikkeling kunnen beïnvloeden, zijn de diepte en temperatuur van de bodem, evenals de beschikbaarheid van water, mineralen, zuurstof en mycorrhizae-schimmels. Deze schimmels dringen boomwortelsystemen binnen, maar creëren - in tegenstelling tot veel andere soorten schimmels - een symbiotische relatie. Het mycorrhizae-netwerk verhoogt de opname van mineralen en water door de boom, terwijl de boom koolhydraten aan de schimmels levert.