Problemen met hardwired rookmelders oplossen

Tip

In het ongelukkige geval dat het alarm niet is afgegaan tijdens een daadwerkelijke noodcontrole, is het niet in een dode luchtruimte. Dode luchtruimten kunnen voorkomen dat rook het alarm bereikt. Ze bevinden zich meestal dicht bij de hoeken waar plafonds en muren samenkomen. Houd de rookmelder 10 cm verwijderd van een kruising tussen plafond en muur en uit hoeken.

Geïoniseerde alarmen en foto-elektrische alarmen werken iets anders. Ionisatietechnologie is doorgaans beter voor het detecteren van kleine deeltjes, die veel voorkomen bij brandende branden. Foto-elektrische technologie is over het algemeen beter voor grote deeltjes, zoals je die krijgt bij een smeulend vuur. Beide typen waarschuwen u over het algemeen als ze niet goed werken. Ze tjilpen of gaan weg zonder duidelijke reden. Zelfs bedrade alarmen kunnen problemen met de batterijvoeding krijgen, omdat ze back-upbatterijen bevatten.

Stap 1

Controleer de rode lichtdiode (LED) op de voorkant van het apparaat. Het knippert in patronen, afhankelijk van de gebeurtenis die het apparaat wil melden. Als de rode LED één keer per minuut knippert en het apparaat één keer per minuut piept, geeft dit aan dat de batterij bijna leeg is of ontbreekt.

Stap 2

Controleer de LED opnieuw. Als de rode LED snel knippert en het hoornpatroon bestaat uit drie pieptonen gevolgd door een pauze, en vervolgens nog drie pieptonen gevolgd door een pauze, dan is het alarm afgegaan. De eenheid met de snel knipperende LED en de claxon is degene die het alarm heeft geactiveerd, onwaar of niet. Deze toestand vereist uw aandacht, negeer deze niet. Controleer of het een vals alarm is en geen echte brand.

Stap 3

Reinig het apparaat als u voortdurend valse alarmen ervaart. U kunt ook proberen het alarm te verplaatsen. Vermijd luchtstromen in de buurt van keukens; houd het minstens twintig voet van ovens en boilers. Houd het alarm uit de buurt van zeer vochtige of vochtige ruimtes, zoals in de buurt van badkamers, en uit de buurt van stoffige, vuile of vettige ruimtes, en ook uit de buurt van tochtige ruimtes.

Stap 4

Zorg ervoor dat het apparaat van stroom wordt voorzien. Druk periodiek op de knop Test / Stil op alle alarmen. Houd hem ingedrukt en controleer of de hoorn klinkt.