Wat zijn de oorzaken van gesprongen zekeringen op warmtepompen?
Warmtepompen zijn een schone, veilige en efficiënte warmtebron voor residentiële toepassingen. In tegenstelling tot andere verwarmingssystemen, genereren ze geen warmte, maar brengen ze deze van de ene plaats naar de andere binnen een huis. Goed werkende warmtepompen houden de kamer op de gewenste kamertemperatuur. Een van de meest voorkomende oorzaken van defecten aan het warmtepompsysteem zijn uitgeschakelde stroomonderbrekers of gesprongen zekeringen. Er zijn een aantal redenen achter gesprongen zekeringen op warmtepompen.
Overspanning
Overspanning kan een factor zijn bij gesprongen zekeringen. Deze aandoening kan chronisch zijn met continu hoge spanningen, sporadisch met hoge weerstandsverwarmingsvereisten of intermitterend met tijdelijke pieken en pieken. Wanneer de zekering doorbrandt, is het meestal gemakkelijk om te bepalen of het het gevolg is van chronische overspanning, maar sporadische en intermitterende overspanningen kunnen vaak onopgemerkt blijven omdat ze slechts tijdelijk zijn.
Elektrische shorts
Bij het oplossen van problemen met warmtepompen is het eerste waar u op moet letten of de pomp wel of geen stroom krijgt. U moet bijvoorbeeld een zekering resetten zodra deze is gesprongen. Als de zekeringen echter blijven doorbranden en de stroomonderbreker uitschakelen, kan dat betekenen dat er een kortsluiting is in de bedrading van het elektrische systeem die de oven van stroom voorziet. Dit kan een ingewikkelde doe-het-zelf-oplossing zijn en kan de hulp van een elektricien vereisen.
Lage luchtstroom
Een verminderde luchtstroom kan leiden tot gesprongen zekeringen in een warmtepompsysteem. Te kleine kanalen en ventilatoren of onjuiste bedieningstoepassingen kunnen ervoor zorgen dat de ventilator niet goed werkt. Dit kan leiden tot overspanningen waardoor de zekering kan doorslaan. Onvoldoende luchtstroom kan ook het gevolg zijn van vuile filters of spanningsschommelingen.
Koud weer
De meeste warmtepompen hebben extra verwarmingselementen om overtollige warmte te leveren als het weer kouder wordt en het rendement van de warmtepomp te laag wordt. Deze elementen worden meestal ingeschakeld bij lage temperaturen en trekken mogelijk te veel stroom. Als het weer erg koud is, kan het systeem voldoende stroom opnemen om de stroomonderbreker uit te schakelen. Dit kan worden verholpen door de stroomonderbreker voor de pomp te resetten.