Zones en winterhardheid voor het kweken van Dragon Fruit

...

Dragon fruit wordt meestal vers gegeten of gebruikt in sap.

De drakenfruit is een cactus die bekend staat om zijn zoete, custardachtige fruit en knapperige zaden. De naam drakenfruit verwijst naar zowel de vrucht als de plant. De plant heeft ook andere namen, zoals pitaya en aardbeipeer. De plant bloeit alleen 's nachts en wordt bestoven door vleermuizen en motten.

Hardheidszones USDA

Drakenfruit groeit goed in tropische en subtropische klimaten, USDA-winterzones 10 en 11, maar groeit buiten in zone 9 met bescherming tijdens incidenteel vriesweer. Ze zijn niet afhankelijk van klimatologische omstandigheden voor rijping, dus ze kunnen in andere gebieden in kassen worden gekweekt of met bescherming tegen de kou. Ze worden momenteel gekweekt in tropische en subtropische gebieden van de Verenigde Staten, waaronder Zuid-Florida, Californië en Hawaï.

Hittetolerantie

Drakenfruit groeit goed bij warm weer, maar is kwetsbaar voor extreme hitte en zon. Ideale temperaturen voor groei liggen tussen 65 graden en 77 graden Fahrenheit. Temperaturen boven de 100 graden zijn te hoog en beschadigen de plant. Dragon fruit houdt van volle zon, maar ze doen het goed met wat schaduw. Extreme zon in combinatie met lage luchtvochtigheid of grote hoogte kan de stengels verbranden en ernstige schade veroorzaken, vooral als de planten jong zijn. Bescherm de planten gedurende de eerste drie of vier maanden met 30 procent schaduw.

Koude tolerantie

Drakenfruit herstelt snel van lichte vorst, maar aanhoudende vriestemperaturen beschadigen de plant. De vrucht is vatbaar voor kille verwondingen onder de 40 graden.

Bodemvoorkeuren

Drakenfruit is matig tot zeer tolerant voor zout in de grond. Ze geven de voorkeur aan een rijke, licht zure tot neutrale grond, pH 6,1 tot 7,5.

Wind en regen

Dragon fruit heeft ondersteuning nodig voor hun zware stelen. Ze kunnen worden beschadigd door sterke windomstandigheden die de ondersteunende structuur aantasten. Ze hebben elk jaar 25 tot 50 centimeter regen of irrigatie nodig, met irrigatie tweemaal per week tijdens de vruchtzetting. Ze zijn vatbaar voor bloemdruppels en wortelrot in extreem natte omstandigheden.